De Slotroute was echt een slot-route, de tocht ging langs allerlei monumentale oude gebouwen. Er verzamelden zich rond 10.00 uur een 11-tal behoorlijk ingepakte Solex-rijders bij de Oranjerie van Rozendaal. Een prachtige plek waar het op dat moment nog droog was. De voorspelde temperatuur zorgde voor diverse kledinglagen bij iedereen, waarschijnlijk heb ik daardoor niemand onderweg horen klagen over de kou. 

Na de koffie en de warme chocolade startten we onze machientjes en begonnen we meteen aan de forse klim de Posbank op. Het peloton leek op een gegeven moment een groot elastiek, maar later kwam alles weer mooi samen. Het is een prachtig gebied om te rijden, dat dachten ook heel veel wandelaars want de parkeerplaats bij het Paviljoen deed vermoeden dat we te maken hadden met een zomerse dag, zo druk was het. 

Na de klim volgde de mooie afdaling naar De Steeg waar we bij Slot Middachten op de brug onze ogen uit hebben gekeken naar wel honderd hongerige grote karpers. Via een aantal bospaden die redelijk goed berijdbaar bleken, reden we langs de oostkant van Ellecom naar Dieren. Bij de 2e stop langs de IJssel, was er geen landhuis of slot te bewonderen, maar genoten de meesten van ons van een snoepje en het uitzicht. Een sigaret is daar ook nog waargenomen. Het drupte wat, maar we hadden er niet echt last van. 

Van Dieren ging het naar Spankeren waarna we het Apeldoorns Kanaal over staken. We stopten bij de Priesnitz obelisk, een monument ter nagedachtenis van de gelijknamige watergeneeskundige, die de hydrotherapie uitvond. De rijke bankier Jut van de Breukelerwaard uit Laag Soeren, die door die therapie van zijn jicht was bevrijd, wilde met zijn vermogen mensen genezen met bronwater. Hij stichtte daar het Badhuis-kuuroord Bethesda, dat in 1870 werd geopend en nu een appartementen complex is voor welgestelde ouderen.

Via het Soerenszand reden we naar het landgoed Huis te Eerbeek waar we op de oprijlaan in de miezer-regen een stel tegen kwamen dat met een glas en champagnefles daar vrolijk liep te zijn. Het leek er op dat ze het goed met elkaar konden vinden laten we maar zeggen. Voor de lunch bekeken we als laatste slot Kasteel ter Horst. Van de nog intakte schuilkerk was aan de buitenzijde van het linker bijgebouw, zoals het hoort, niets te zien. Ruurd vond het mooi, hij zag zich er al helemaal zitten, in het linker gebouw de Franse Solexen, in het rechtergebouw de Nederlandse Solexen en het binnenplein wilde hij asfalteren om daar zijn testritten te maken! 

De lunch smaakte uitstekend in Restaurant de Loenermark. Bij het vertrek besloten we de rit te verkorten door Hoenderloo en Deelen te laten liggen. Het verhaal over het beruchte gevechtsvliegtuig de Starfighter 104G houden jullie daarom nog tegoed van mij. De verwachte zware regen bleef grotendeels uit en na een kort overlegmoment ter hoogte van de Koningsweg besloten we toch om allemaal door te rijden naar ons startpunt, de Oranjerie die als enige in Nederland nog echt als oranjerie wordt gebruikt.

Tom