Op een mooi dag in mei verzamelen zich een 24 solex fanaten voor de Pyramide tocht die volgens het solex toer boekje gepland staat. Het is een plezierig weer zien op het club huis van de fietsclub Wageningen waar de start van tocht plaats vindt. Als de wijzers van de klok het aanvangs tijdstip nadert vind er een korte uitleg plaats waarbij extra aandacht gevraagd/ geschonken wordt aan ieders veiligheid en mede weggebruikers. Als daarna het fluitsignaal klinkt worden de solex rolletjes op de band gezet en begint de toertocht op weg naar de enige Pyramide in Nederland.

 

Vanuit Wageningen begint de tocht langs de grift richting Veenendaal. In Veenendaal aangekomen wordt onder het duurste tunneltje bij de klomp door gereden waar we opgewacht worden door enkele motor agenten. Er blijkt een wielerronde (een kleine 3000 wiel- renners) plaats te vinden waarvoor de weg geheel vrij gehouden wordt door de motor muizen. Na kortstondig overleg kan er verder gereden worden richting Renswoude. Na het passeren van het plaatsnaambord vindt de eerste stop plaats. Tegenover de stopplaats is er zicht op het fraaie kasteel in Renswoude dat vanaf 1536 erkend is als ridderhofstad. Als het bekende fluitsignaal van onze grote leider Frank Vonk klinkt wordt de tocht voort gezet richting Scherpenzeel. Aansluitend op Renswoude komt Scherpenzeel in beeld. Dit dorp/ gemeente dat in de bijbel gordel ligt verkeerd in de zondags rust. De stilte wordt enigszins gevuld door de pruttelende solexen die hun weg verder zoeken naar Woudenberg. Deze Gemeente ligt precies in het midden van het land aan de rand van de fraaie en mooie Utrechtse Heuvelrug. In Woudenberg wordt Austerliz op de diverse bewegwijzeringborden zichtbaar en deze richting wordt dan ook aan gehouden. Naar zo’n 45 km op het zadel gezeten te hebben zijn we aanbeland bij de pyramide van Austerlitz. Hier wordt dan ook eerst de innerlijke mens van brandstof voorzien om vervolgens de enige pyramide in ons land te bewonderen.

Vanaf 1795 is er in ons land een Franse legermacht gelegerd. In 1804 wordt generaal Marmont commandant van zowel onze Bataafse als de  Franse troepen. Om daarvan een eenheid te maken besluit Marmont om ze goed te oefenen. Daartoe laat hij het oog vallen op de heide tussen Woudenberg en Zeist. Er ontstaat een enorm tentenkamp waarbij ook veel burgers ingeschakeld om de enorme legermacht (18000 man) te verzorgen.

Hun onderkomens zijn het begin van het huidige dorpje Austerlitz. Al snel is Marmonts leger omgevormd tot een geoliede vechtmachine. Door de fraaie nazomer van 1804 besluit Marmont nog enige tijd te blijven voordat er vertrokken wordt naar hun winteronderkomens De troepen moeten echter wel wat te doen hebben. Daarom geeft hij de opdracht aan zijn troepen om een pyramide van zand en heideplaggen op te werpen geïnspireerd door de machtige piramides die hij tijdens een militaire campagne had aanschouwt in Egypte. In slechts 27 dagen verschijnt met militaire precisie het bouwwerk op een van de hoogste punten van de Utrechtse Heuvelrug. Bovenop de pyramide wordt een houten oblisk aangebracht. De combinatie pyramide met daarop een obelisk is uitzonderlijk. Omdat de pyramide een belangrijke erfenis is uit de Franse tijd vindt er regelmatig onderhoud plaats om de effecten van erosie tegen te gaan.

Na deze stop klinkt wederom het fluitje van gehoorzaamheid en wordt aan het tweede deel van de tocht begonnen. Austerlitz achterlatend gaat het richting Soesterberg door de prachtige Zeister bossen. Aan het einde van deze fraaie beboste route gaat het slingerend met gepaste snelheid naar Amersfoort waar stil gestaan wordt bij kamp Amersfoort.

Kamp Amersfoort was in de periode 1941-1945 een verzamelplaats voor meer dan 35.000 gevangenen van de Duitse politie. Het kamp werd volledig gesloopt maar diverse overblijfselen, monumenten en reconstructies herinneren aan deze periode. Op deze plek kunnen we herinneren, bezinnen en leren.

Hierna wordt het laatste deel ingezet, rakelings langs Leusden komt via het dorp de Glind de kippen hoofdstad Barneveld en Lunteren dichterbij. Nog één maal is er een kleine stop bij de Walderveense molen voor het bekende appeltje, slokje, peukje en plasje. Het einde van de tocht begint in zicht te komen. Rijdend door Ederveen gaat het naar het station de Klomp langs het spoor richting Ede. Om de fraaie route de laatste glans te geven wordt het clubhuis in Wageningen bereikt door het mooie binnenveld. Aangekomen is er nog enige discussie over de afgelegde kilometers. Is het 89,3 of 90,4 km? Onder het genot van de late middag zon wordt er onder het genot van een drankje nog wat na gemijmerd. De complimenten voor de mooie tocht gaan zeker naar Harry en Nieske zij waren helaas verhinderd maar hebben een groot deel bijgedragen aan de voorbereiding van de tocht. Ook Ageeth die voorop reed en laten we zeggen 89,8 km de volgers in gaten heeft gehouden verdient een pluim!

Met vriendelijke groet

Nieske en Harry Prinsze- Ageeth en Bert Hensen