Rond 10 uur verzamelden zich 13 Solexen met hun berijd(ers)(sters) zich bij Hotel Watergang voorheen restaurant 'de Wegwijzer'. Het etablissement bevindt zich in een overgangsfase. De nieuwe eigenaar is al enige tijd bezig de zaak te verbouwen. Dat hij nog niet klaar is blijkt uit de foto's. Maar de gastvrijheid en de drankjes waren prima voor elkaar. Na de gebruikelijke rituelen zoals koffie, thee en warme chocomel drinken, inschrijven en hesjes aantrekken, vertrokken we door de Dorpsstraat van Watergang naar Broek in Waterland.

Lang niet alle huizen langs de Broekermeerdijk waren gemoderniseerd/gerestaureerd. In Broek in Waterland kwamen we een unieke verkeersbord tegen: rijdt langzaam vanwege de slappe veengrond. Dat de ondergrond in Waterland veen is, was ons wel duidelijk. Veel slootjes, plassen en grasland dat maar nauwelijks boven het grondwater uitsteekt. Zuiderwoude (geen bos te zien) is een oud dorp waarbij de huizen langs de drie wegen die het dorp kent liggen. Een typisch geval van lintbebouwing. Via weilanden reden we nog steeds met wat motregen naar Uitdam. Ook weer een paar huizen tegen de dijk van het IJsselmeer aan. Vervolgens ging het tegen de wind in naar Marken. Alle pk's waren nodig om nog enigszins vooruit te komen. In Marken werden we veelvuldig gefotografeerd. Sommige toeristen dachten waarschijnlijk dat wij bij de toeristische attractie van het eiland hoorden. Na een korte stop in het pittoreske haventje, waar juist “Jan Smit” binnenvoer, vertrokken we op weg naar Monnickendam. Met wind mee waren we snel weer op de dijk naar Monnickendam. Na enige slalombewegingen en gehobbel door het historisch centrum reden we over de dam in de Pummer Ee waarmee vroeger de grote meren in Noord-Holland afgesloten werden van de voormalige Zuiderzee. Via Katwoude, ook weer een paar huizen langs de dijk, bereikten we nog steeds met een stevige tegenwind Volendam. Daar mengden we ons onder de toeristen en stopten bij de haven. Solexen produceren slechts een bescheiden rookwolkje vergeleken met oude dieselschepen. Een oud schip dat van wal stak, verduisterde bijna de omgeving. En ja hoor, daar kwam “Jan Smit” uit Marken aanleggen. Via de Volendamse dijk gingen we stapvoets verder, zigzaggend tussen de toeristen door. Ook hier werden we veelvuldig gefotografeerd en als een toeristische attractie gezien. Na Volendam reden we via een stukje niemandsland (in de verte opgespoten zand voor woningbouw) naar Edam, alweer zo'n mooi stadje met veel historische huizen. Daar kwam Ruurd zonder benzine te staan. Zijn Solex had of te veel moeten ploeteren door de tegenwind of had te veel gereden zonder bijvullen. 

In het restaurant was voor ons een tafel gedekt en konden we de koude ledematen weer wat opwarmen. De gastvrijheid en de gerechten waren van topklasse. Gelaafd gingen we verder richting Purmerend over de ringdijk van de Purmer. Het was inmiddels droog geworden, maar de beloofde opklaringen bleven uit. Rijdend op de dijk kon je goed zien hoe diep het oorspronkelijke meer (de Purmer) was geweest. Via de ringdijk konden we door Purmerend rijden zonder een stoplicht of stadse bebouwing. Het bleef steeds landelijk. Purmerland was de volgende lintbebouwing. Aan weerszijden van de weg slootjes die het land, lees het veengras, in liepen. In Den Ilp gingen we het Ilperveld in. Geen bebouwing daar, niets dan water en veen. In de uitgestrektheid van het gebied zag je in de verte Purmerend en Amsterdam. Via het pontje en haar vrolijke veervrouw, kwamen we aan in Ilpendam en snelden we met wind mee naar Watergang. Daar hebben we nog wat gedronken in het in aanbouw zijnde restaurant en ging een ieder tevreden huiswaarts. Het was een mooie tocht ondanks de kou, motregen en geen zon.



Afstand: 64,08 km, zuivere rijtijd: 2:54:31, gemiddelde snelheid 22,0 km/uur, maximale snelheid van de voorrijder (wind mee op de dijk bij Marken) 45,7 km/uur.